actueel
onze presentatie op het

 
MBT-congres

download
onze
brochure

 

sinds 1984
tot 2024

 

 

Hoe ver moet je gaan in het expliciteren van premissen?

Een redenering bestaat uit een stelling en argumenten. Maar wie bepalen de geldigheid van argumenten? Dat doen de premis­sen. Premissen zijn niet genoemde argumenten. Ze zijn er wel, maar je ziet ze niet. Ze zijn zo vanzelfsprekend dat wij ze niet meer noemen. De aarde is rond, de bal ook en we leven hier in een democratie.
Expliciteer je een premisse waar men dat niet verwacht, of niet wenst, dan maak je je schuldig aan een platitude. Premissen zijn de fundamenten waarop wij onze argumentaties bouwen.

Een lezer is het pas met u eens als hij uw argumenta­tie Jn de premissen ac­cep­teert. We zagen in de voorbeeldargumentatie dat de redenaar geen pils nam, omdat hij nog moest rijden.

argumentatie:
Ik heb ontzettend veel zin in nog een pilsje, maar ik moet nog rijden dus laat ik er maar geen nemen.

Stelling

Ik neem geen pilsje

Pro

Contra

P1

Ik moet nog rijden

C1

Ik heb ontzettend veel zin in een pilsje

    

 De geldigheid van het pro argument "Ik moet nog rijden" wordt bepaald door minstens twee premis­sen: 

  • dat de ik zelf moet rijden;

  • dat er geen alterna­tief vervoer is. 

 

Als de premissen waar of geldig zijn, kunnen wij ze omzetten in pro-ar­gumen­ten.

Stelling

Ik neem geen pilsje

Pro

Contra

P1

Ik moet nog rijden

C1

Ik heb ontzettend veel zin in een pilsje

P1_P1

Mijn vrouw heeft geen rijbewijs

 

 

P1_P2

Er rijden geen bussen meer

 

 

 

Als de premissen onwaar of ongeldig zijn, kunnen wij ze omzetten in contra-argumen­ten. Of de stelling nu nog houdbaar is, betwijfel ik.

Stelling

Ik neem geen pilsje (?)

Pro

Contra

P1

Ik moet nog rijden

C1

Ik heb ontzettend veel zin in een pilsje

P1_C1

Mijn zoon kan me rijden

 

 

P1_C2

Ik kan met de taxi gaan

 

 

 

Wanneer premissen in de argumentatie gebruikt worden, zijn het argumenten geworden. Zij zullen dan op hun beurt premissen "onder zich" hebben.

Premissen zijn niet genoemde argumenten. Hoeveel premissen u noemt, hangt af van uw verwachting. Als de lezer evenveel van het onderwerp weet als de schrijver, hoe­ven er niet veel premis­sen genoemd te worden. Maar bij lezers van wie u niet zeker weet of het onder­werp hen bekend is, moet u veel premissen noemen. Doet u dat niet, dan moet de lezer gedachtesprongen maken die de lengte van zijn polsstok vaak te boven zullen gaan.

Wanneer je een vak leert, maak je je allerlei argumentaties eigen. Hoe vakkundiger je wordt, des te minder argumenten heb je nodig. Je hebt aan een halve vakterm genoeg. De rest is premisse geworden. En noemen ervan een platitude.

Probleem in een organisatie is vaak, dat vaklui -dossierbeheerders- moeten communiceren met niet-vaklui: beslissers. De platitude voor de vakman is niet zelden de polsstok van de beslisser. 

Naar het stappenschema PAC 

 

                          


 mailto:webmaster@ppintaal.nl                                        

© PP in taal 2000-2015     KvK 27146258